- maagpijn
- {{maagpijn}}{{/term}}1 stomachache ⇒ 〈kindertaal〉 tummy ache♦voorbeelden:1 zij heeft vaak maagpijn • she often has Bstomachache/ Astomachachesvan uien krijg ik maagpijn • onions give me stomachache
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.